(vervolg verslag thema-avond 31 maart 2015)

Het ILPA bestaat uit mensen, mannen en vrouwen vanuit allerlei stromingen: Jodendom, Islam, Christendom, katholiek en protestant, en ook vanuit het Humanisme.
Het ILPA organiseert thema-avonden over allerlei onderwerpen en ontwikkelingen in de samenleving, ontmoetingsavonden en andere activiteiten. Er is ook een cursus interreligieuze communicatie.
Verder bestaat er een studiegroep, de 3-boekengroep. Daarin worden onderwerpen uit de Tenach, het Nieuwe Testament en de Koran bestudeerd.(zie www.ilpa.nl)
In die ontmoetingen ervaren we dat diversiteit soms lastig is. Maar ook dat diversiteit heel verrassend, mooi en ook heel goed kan zijn. Want onze samenleving is in ontwikkeling. Het hoort bij een democratische samenleving dat iedereen kan bijdragen aan de toekomst, aan een goed en respectvol leefklimaat, in de buurten, in de gezinnen, in het onderwijs, in de zorg, in de sport, overal.

Iedereen kan iets bijdragen aan het ontwikkelen van waarden, aan de kwaliteit van het leven, ook voor jongeren, voor kinderen en voor de generaties die nog na ons zullen komen.
Opdat samenleven, ook echt sámen léven kan zijn.

Het thema van deze avond is “In vrijheid leven”. Dit thema is opgekomen in de 3 boekengroep toen het onderwerp “Feesten” aan de orde was. N.a.v. het Joodse Pesachfeest, het feest van bevrijding, kwam de vraag naar voren hoe in de Islam de weg naar vrijheid wordt gezien. Duidelijk werd dat de Islam weliswaar geboden en verplichtingen kent maar dat dit ook vrij maakt. Want door gebed, vasten en meditatie kom je los van de stress van het alledaagse en van het materiële om je bewust te worden en ruimte te maken voor het hogere, het diepere en wat er werkelijk in je leven toe doet. Wie je bent. Waar leef je voor? Hoe krijgt je leven zin en betekenis?

De drie inleiders zullen spreken vanuit de islam. Maar in vrijheid leven, verlossing en bevrijding, het zijn thema’s in alle godsdiensten en stromingen. Christenen zijn in deze week op weg naar het Paasfeest, ook Joden hebben hun Paasfeest. Vrijheid, verantwoordelijkheid en autonomie, het zijn ook belangrijke thema’s in de filosofie. Alle verhalen bevatten waardevolle elementen.

Wat kunnen we leren van elkaar? Dát is waar het vanavond om gaat.

Annego Hogebrink, tweede voorzitter van het ILPA, leidt de verdere bijeenkomst.
De drie sprekers gaan elk op hun eigen manier in op de vragen van deze avond:
ü  Wat versta ik onder “In vrijheid leven”?
ü  Helpt mijn culturele achtergrond daarbij?
ü  Wat kunnen we leren van elkaar?

Mohamed Ezhar is voorzitter van de Stichting Multicultureel Alkmaar Jong & Oud (stichting MAJO).
Hij woont 38 jaar in Alkmaar en is werkzaam bij Hoogovens/Tata Steel.
Mohamed vertelt dat er in de wijk Overdie mensen van 75 nationaliteiten in vrede met elkaar leven. Niet alles verloopt vlekkeloos maar het is belangrijk dat men met elkaar in gesprek is en blijft. Op die manier kan men in vrijheid leven. De stichting MAJO draagt daaraan bij door activiteiten, waaronder die van de buurtvaders, te organiseren.
Mohamed heeft vijf kinderen die hij probeert op te voeden niet alleen overeenkomstig de normen en waarden van de Islam maar ook met respect voor de wet- en regelgeving in Nederland. Hij vindt het leven in Alkmaar goed. Hij krijgt hier de kans te zijn wie hij is.
Onlangs was Mohamed in Marokko. Dat was mooi maar hij miste Alkmaar (en zijn broodje kaas) waar zijn leven zich afspeelt. Wanneer hij echter in Alkmaar is houdt hij altijd een gevoel van verbondenheid met zijn geboorteplaats.
Mohamed stelt tot slot dat het een voorwaarde voor”In het vrijheid kunnen leven” is dat iedereen zich houdt aan de wet- en regelgeving.

Als reactie op vragen uit de zaal vertelt Mohamed dat zijn hele gezin de dubbele nationaliteit heeft.
Zijn oudste zoon, in Nederland geboren, wil alleen de Nederlandse houden. Hij kan afstand doen van de Nederlandse nationaliteit wanneer hij 18 jaar is. Marokkanen in Nederland hoeven in Marokko geen dienstplicht te vervullen.

Izzet Ozkan is van Turkse afkomst en heeft zes jaar in Alkmaar gewerkt. Sinds 2009 is hij in Zaandam werkzaam als bedrijfs-/verzekeringsarts en probeert zo ten dienste te zijn aan de samenleving. Izzet woont veel bijeenkomsten bij met mensen die anders denken en leven als hij en reflecteert daardoor op zijn eigen denken en leven.
Voor Izzet betekent in vrijheid leven dat hij kan denken en doen waar hij zich het prettigst bij voelt zonder onder druk gezet te worden. Autonomie is daarbij het sleutelwoord. Hij is drie weken in het Turkse leger geweest en raakte daar volledig zijn autonomie kwijt. Daardoor ging hij beseffen hoe belangrijk autonomie is.
Izzet stelt dat het kunnen kiezen van een levenswijze vrijheid betekent. Men is dan wel gebonden aan die manier van leven. Wanneer men samen wil leven bestaat absolute vrijheid niet.
Religieus zijn betekent dat men zich moet houden aan regels. Het is relevant dat men daarbij keuzes kan maken.
Izzet ontleent zijn identiteit aan de Islam en dat is niet gebonden aan nationaliteit. Het naleven van de regels van zijn religie betekent voor Izzet in vrijheid leven. Financiële onafhankelijkheid speelt daarbij ook een rol. Dat heeft dan weer te maken met autonomie.

De Islam kent regels die botsen met Nederlandse regels. Vrijheid bestaat hierin dat je mag kiezen voor eigen regels. Izzet noemt daarbij vijf voorbeelden.

1. Euthanasie.
In Nederland kan men in vrijheid kiezen voor euthanasie. De Islam kent die keuzevrijheid niet: God geeft en neemt het leven. Dit gegeven botst met de Nederlandse samenleving. Als arts is men niet verplicht mee te werken aan euthanasie maar bij een verzoek daartoe is de arts wel verplicht door te verwijzen. Omdat dit ook een vorm van meewerken is botst dit met de Islam.
2. Orgaandonatie.
Er bestaan in de Islam stromingen die van menig zijn dat orgaandonatie is toegestaan maar er zijn ook stromingen die dit afwijzen. Er is in dit opzicht een kentering te bespeuren bij Islamitische geleerden die stellen dat het toch toegestaan is. Uitgangspunt daarbij is dat levend wezen belangrijk is.
3. Abortus.
Abortus is binnen de Islam absoluut verboden. Een Islamitische arts verwijst bij een verzoek om abortus wel maar dit levert gewetensproblemen op. Over het al dan niet toegestaan zijn van abortus woekeren in gezinnen lastige discussies.
4. Het verplicht laten behandelen.
De Islam stelt leven voorop en verplicht mensen zich medisch te laten behandelen als dit noodzakelijk is. In Nederland is behandelen een eigen keuze.
5. Vaccinatie.
Er bestaan in Nederland religieuze groeperingen die vaccinaties afwijzen. Vanuit de zorg voor het eigen lichaam promoot de Islam vaccineren. Onder de Moslims is dit geen punt van discussie.

Izzet geeft als bijdrage aan de discussie de volgende zin mee:”Leven om te laten leven”. Het is voor hem motiverend om voortdurend het goede te doen. Dat hij zichzelf daarbij soms wegcijfert neemt hij voor lief.

Vanuit de zaal wordt de vraag gesteld wat de Islam biedt aan mensen die uitzichtloos lijden. Izzet geeft aan dat ook in dat geval euthanasie niet is toegestaan. De Islam kent het principe dat je de hoop niet mag opgeven omdat dat betekent dat je geen vertrouwen in God hebt.
Een andere vraag is of er in de Islam, net zoals bij Nederlandse religies, een vorm van vrijzinnigheid voorkomt waarbij van de regels wordt afgeweken. Izzet antwoordt dat de vrijheid die de Islam biedt groter is dan de vrijheid die de samenleving kent. Hij stelt dat de druk vanuit de samenleving groter is dan de druk vanuit de religie.

Bettina Eroglu is voorzitter van de Alkmaarse Diversiteits Stichting (ADS). Zij is getrouwd met een Turkse man en heeft een Turkse stiefvader. Zij heeft op die manier sinds haar dertiende jaar veel contact met de Islam en is zelf moslima. Zij ziet zichzelf als “Moslim undercover” en is beginnend bidder. Bettina is actief in de Turkse en in de Marokkaanse gemeenschappen en vanuit haar onderwijsachtergrond geeft zij op een breed vlak veel trainingen aan vrouwen en aan mannengroepen.
Voor Bettina betekent vrijheid ruimte om te doen wat je zelf wilt en kansen om jezelf te ontwikkelen. Zij ziet mensen die deze kansen niet hebben gehad. Via de trainingen werkt zij aan bewustwording: je bent zelf verantwoordelijk voor je leven en je moet dat oppakken. Het leren van dingen in de trainingen geeft de mensen vrijheid. Als voorbeeld noemt Bettina de cursus lezen en schrijven die door vrouwen, ouder dan 60 jaar, goed worden benut.
De profeet Mohamed heeft gezegd dat men zich moet ontwikkelen van de wieg tot het graf. Dit geldt zowel voor religieuze als voor persoonlijke ontwikkeling.
Haar culturele achtergrond helpt Bettina bij haar werk. Zij staat met haar ene been in de Nederlandse samenleving en met haar andere been in de Moslimgemeenschap. Zij is blij met de bagage die zij op die manier heeft en het helpt haar met het inleven in anderen. Het is niet altijd gemakkelijk maar zij is er wel dankbaar voor.
Bettina loopt veel tegen onbegrip en onwetendheid aan. Cijfers tonen aan dat 25% van de autochtone bevolking wel eens contact heeft met Moslims en 75% niet. De laatste groep vormt de mening op basis van de berichtgeving van de media.
Op de vraag “Wat kunnen we van elkaar leren?” heeft Bettina twee antwoorden. Het ene is ontmoeten en het creëren van ontmoetingen. Zij heeft bijvoorbeeld met een aantal Moslims de synagoge bezocht. Het tweede antwoord is “Verder kijken dan de buitenkant: ga met elkaar in gesprek. We hebben meer gemeen dan we denken”.
Bettina’s slotzin luidt:”Bekend maakt bemind en begrepen”.

Vanuit de zaal wordt de vraag gesteld hoe morgen verder te gaan met het bestrijden van vooroordelen. Bettina’s antwoord luidt: “Door contact te maken”.

Na de inleidingen van de sprekers gaan de aanwezigen in drie groepen uiteen om verder te praten met de inleiders. Zij gaven daarna de volgende reacties:

Mohamed Ezhar geeft aan dat de groep tieners en jongeren het belangrijkste is, daar moet vooral de ontwikkeling plaatsvinden. Daarbij is wederzijds respect nodig. Overdie is een multiculturele wijk met veel allochtonen. Op de scholen moet men inspelen op verschillende culturen en dat is moeilijk.
Taal is noodzakelijk om te kunnen communiceren. Op dit moment is te zien dat meisjes beter presteren dan de jongens. De hoop bestaat dat beide groepen het goed gaan doen.

Voor Izzet Ozkan was de tijd om verder te praten te kort. Het feit dat de groep niet gemêleerd was (uitsluitend autochtonen) geeft aan dat geïnvesteerd dient te worden in ontmoetingen. Vanuit de eigen groep zou dit gestimuleerd moeten worden.

Bettina Eroglu heeft het gesprek als heel positief ervaren maar ook als te kort. Zij ziet het als een begin en hoopt op een voortzetting om met elkaar in gesprek te gaan.

Annego Hogebrink, sluit de avond af met de conclusie dat vooroordelen vooral te maken hebben met beeldvorming: “Is wat ik zie wel de werkelijkheid van de ander?” Nieuwsgierig naar de ander zijn is een belangrijk instrument bij ontmoetingen.