Augustinus
Uitgangspunt: Johannes 1 “In den beginne was het woord en het woord was bij God en het woord was God”.
Augustinus beroept zich hier op en maakt gebruik van de Griekse interpretatie van het woord “logos” (woord,
rede, ratio).
Het Genesisverhaal is niet natuurhistorisch letterlijk op te vatten, maar te interpreteren via het logos-begrip.
De schepping heeft zich niet zozeer voltrokken in tijd als wel in fasen van ontwikkeling en in de manier waarop
de onderdelen van de schepping op elkaar inwerken en elkaar ontwikkelen.
Twee “momenten”: 1. In de eeuwigheid waarin de hemel ontstond en daarna de aarde.
                             2. het groeien van de principes in de materie. Daaruit ontstonden lichamelijke
                                 en bezielde wezens die nog steeds worden geproduceerd.

Luther
Nam zeker niet alles uit de bijbel letterlijk. Geen fundamentalisme. Fundamentalisme in de kerk ontstond pas
in
de 19e eeuw onder invloed van de natuurwetenschap. Alles moest meetbaar zijn, dus ook in de theologie werd alles meetbaar en bewijsbaar geacht. Hij ontkende niet dat er een historisch-letterlijke zin was van de bijbel, maar hij hield vast aan de allegorische traditie waarin woorden verwijzen naar een andere werkelijkheid dan die er letterlijk mee wordt aangeduid. Dus ook het scheppingsverhaal.
Luther volgt als voormalig Augustijn de lijn van Augustinus.

Calvijn
Het scheppingsverhaal is door Mozes opgeschreven in een taal en met woorden die gewone mensen konden
verstaan.
Schepping uit het niets. Schepping door Vader, Zoon en Heilige Geest. De Geest heeft de vorming van de
vormeloze massa ondersteund. Zeker in 6 dagen omdat hij zijn werk aanpaste aan de menselijke vermogens. 6
opeenvolgende dagen om de aandacht van de mens vast te leggen en hem te dwingen zich te richten op de
oneindige glorie van de schepper.
Gods oneindige zorg voor de mens komt tot uiting in het feit dat God de hele wereld klaarmaakte voor de mens
geschapen werd.
De mens is de kroon op de schepping.
Calvijn neemt dus afstand van Augustinus en Luther.
Ten slotte:
Het scheppingsverhaal is P – Priestercodex. Dwz het werd gebruikt in de tempeldienst. Waarschijnlijk werd het
gezongen en zijn de “6 dagen” coupletten van een lied met een refrein: “het was avond geweest…de eerste
dag…” enz.
Dat doet al gelijk vermoeden dat het om poëzie gaat. Poëzie drukt beter uit wat in rationele woorden niet te
vatten is. Als bezingt dat je geliefde een hart van goud heeft, wil je niets over de materie zeggen, wel over je
gevoelens over hem of haar. Zo ook hoe je gevoelens zijn over de relatie van God en de wereld? Niet “hoe” ,
maar “dat”?