Over dit onderwerp spraken we op 27 maart 2017. We maakten daarbij dankbaar gebruik van een recente studie van Marius de Geus:


Recht en gerechtigheid

Notitie over een bijbelse uitdrukking

Marius de Geus, 27 januari 2017

Ons begrip van 'recht' is sterk door het Romeinse recht beïnvloed. Vrouwe Justitia houdt de balans tussen recht en onrecht in evenwicht, en wel geblinddoekt dus zonder aanzien des persoons.
Maar de Romeinen kenden ook de betrekkelijkheid hiervan, getuige de spreuk “summum ius, summa iniuria [est]”, 'het hoogste recht is opperste onrechtvaardigheid'. Billijke rechtspraak sluit blijkbaar rechtsongelijkheid niet uit.
Ik vermoed dat dit komt doordat het Romeinse recht alleen de (onderlinge) bescherming van Romeinse burgers waarborgt. Dit recht geldt niet voor mensen zonder Romeinse burgerrechten, zoals slaven, vrouwen(?) en niet-Romeinen in het algemeen.
Jezus kon in een schijnproces door Pilatus worden veroordeeld; Paulus beriep zich met succes op zijn Romeinse burgerrecht (zie Hand. 22:23-29).

Het Joodse volk vindt volgens het bijbelverhaal zijn oorsprong in de erkenning van zijn eigen slavernij en de bevrijding daaruit. Dit wordt, zoals bekend, nog jaarlijks met Pèsach gevierd.
Maar het werkt ook door in het bijbelse rechtsbegrip.
De uitdrukking 'recht en gerechtigheid' (misjpaat-oe-ts'daqah) komt in de bijbel ongeveer vijftien keer voor, met name bij de profeten. Ook van koning David lezen we dat hij voor zijn volk 'recht en gerechtigheid doet' (2 Sam. 8:15).
Recht en gerechtigheid worden soms ook op andere manier als min of meer parallelle begrippen gekoppeld, bv. in Psalm 72, vers 1: 'Geef, HEER, aan de koning uw recht, aan de koningszoon uw gerechtigheid'.
Opvallend zeldzaam is de omgekeerde volgorde 'gerechtigheid en recht'. Van Abraham wordt gezegd (NB door de Eeuwige!) dat zijn 'weg' is 'gerechtigheid en recht te doen' (Gen.18:19).
De rabbijnen vragen zich dan af of die omgekeerde volgorde iets betekent, en zo ja wat.
Het antwoord wordt gegeven in een midrasj-verhaal dat ik ooit hoorde. Ik herinner het mij zo:

Iemand staat bij een ander in het krijt, en hij kan zijn schuld onmogelijk afbetalen. Koning David moet oordelen. Hij spreekt recht (misjpaat) en verklaart de schuldenaar inderdaad schuldig. Maar hij doet aan hem gerechtigheid (ts'daqah)door hem na afloop het verschuldigde bedrag te geven, zodat hij kan betalen. Op die manier geschiedt er ook recht aan de schuldeiser die door de koning in het gelijk was gesteld. David doet dus 'recht én gerechtigheid'.
Een soortgelijk geval wordt aan Abraham voorgelegd. Hij schenkt de schuldenaar vóór de zitting het hem ontbrekende bedrag, zodat hij niet als (machteloze) mindere van zijn tegenstander voor de rechter zal staan. Vervolgens spreekt Abraham recht, en ook hij stelt de schuldeiser in het gelijk. De ander kan de schuld uit eigen zak aflossen. Zo doet Abraham 'gerechtigheid én recht'.

Martin Buber en Franz Rosenzweig vertalen de woordgroep waar misjpaat toe behoort met 'Recht'. Voor ts'daqah kiezen zij woorden als 'Wahrheit', 'Bewährung' e.d. In een latere bijlage bij 'Die Fünf Bücher der Weisung' geeft Buber de volgende motivering, uitgaande van de woordstam ts-d-q:

“...es bedeutet die Zuverlässigkeit eines Handelns einem äußeren oder inneren Sachverhalt gegenüber; einem äußeren gegenüber, indem es ihn zur Geltung bringt, ihm Raum schafft, ihm sein Recht werden läßt; einem inneren, indem es ihn verwirklicht, ihn aus der Seele in die Welt setzt. Der einzige deutsche Wortstamm, der beiden Bedeutungen Genüge tut [wogegen das dem Stamm schafat (waar misjpaat van is afgeleid – MdG) entsprechende “Recht” nur auf die erste trifft], ist “wahr”: Wahrheit, Wahrhaftigkeit, Bewahrheitung [des Unschuldigen im Gericht], Wahrspruch, Wahrbrauch [der mit ehrlicher Intention getane Brauch], Bewährung stecken den Umfang des Begriffes ab.”

Mijns inziens is de Buber-Rosenzweig vertaling zélf een toonbeeld van 'Bewahrheitung'!


 Recht en Gerechtigheid

Rien Erkelens, 28-03-2017

 Wat mij erg aanspreekt in de studie van Marius is de uitleg van Martin Buber.
Je zou gerechtigheid kunnen omschrijven als: dat je ruimte krijgt om tot je recht te kunnen komen.

Als ik dan met een ethische blik kijk naar de wereld waarin we leven dan kan ik deze gedachte verbinden met:

  1. Migratie en integratie.
    In de loop der geschiedenis heeft ‘het rijke westen’ veel van de rijkdommen aan grondstoffen en energie naar zich toegegraaid. Maar de aarde is van God. Die gedachte leert ons om mondiaal te denken en ruimte te maken opdat ook anderen tot hun recht kunnen komen, zonder muren en zonder prikkeldraad.
  2. Duurzaamheid.
    We moeten recht doen aan de schepping en aan de generaties die nog na ons zullen komen. Ook zij hebben ruimte nodig om tot hun recht te kunnen komen.
    Catherine Keller spreekt van sociale en ecologische gerechtigheid (Trouw 27.03.2017 pag.7).
  3. Pasen.
    Met het oog op Pasen (Exodus) zie ik ook een verbinding met de weg van Jezus. Machthebbers en een schreeuwende massa brachten hem ter dood. Maar de Eeuwige heeft hem recht gedaan.
    Laten we ruimte maken voor de toekomst waarvan profeten al iets hebben gezien.

Barmhartigheid

Andy Deutsch.

Naar aanleiding van dit thema wil ik enkele aantekeningen plaatsen vanuit mijn Joodse achtergrond:

Psalm 106 spreekt me aan wat gerechtigheid beoogt.
"Wel zalig zijn zij die ten alle tijde gerechtigheid doen"

Gerechtigheid, liefdadigheid en rechtvaardigheid lopen in elkaar over. Liefdadigheid verandert materie in geest.
Dit leidt tot 4 ethische vragen:

  1. Hoe leer ik mijn kinderen gericht te zijn op gerechtigheid?
  2. Hoe vaak/frequent moet ik een rechtmatig doel beantwoorden?
  3. Moet deze beantwoording bij dit doel anoniem zijn?
  4. Is het doel:
    • ten behoeve van mijzelf
    • ten behoeve van de behoeftige
    • ten behoeve van de samenleving

De sleutel tot het begrijpen van liefdadigheid/gerechtigheid ligt in het besef dat een gift niet alleen een geschenk is, aan degene die het ontvangt, maar ook aan degene die het geeft.
Gerechtigheid is zowel een eenvoudige als diepzinnige manier om de stoffelijke wereld te vervolmaken. Dat wil zeggen, het stoffelijke te vergeestelijken.
God als hij het gewild had, kon alle mensen rijk maken.
En dit gaat niet alleen om geld/financiële hulp. Het gaat ook om tijd---begeleiding ---meeleven!
Bijvoorbeeld:

  • een alleenstaande uitnodigen (eenzaam wordt tweezaam)
  • een puber helpen/bijstaan bij problemen

Dit is SPIRITUELE LIEFDADIGHEID